Spelprincipes worden ingevoerd richting het 11 tegen 11 voetbal. We leren op deze manier onze speelsters dat een vaste formatie geen vereiste is om goed te kunnen samen spelen. Speelsters kunnen op deze manier hun posities aanpassen ifv het moment. Sterkte en veldbezetting tegenstander, grootte van het veld, eigen kwaliteiten van onze speelsters op het veld, enz…, zijn enkele van deze momenten. De spelprincipes zorgen ervoor dat de speelsters een houvast hebben voor iedere situatie. ‘Wat’ er moet gebeuren staat vast (spelprincipes), ‘hoe’ de speelsters dit doen, hangt van henzelf af. Het geeft onze speelsters niet alleen een houvast maar ook een vorm van vrijheid en creativiteit waardoor ze zichzelf verder kunnen ontwikkelen.
We hebben ervoor gekozen om 2 hoofdprincipes te hanteren bij zowel balbezit (team heeft de bal) als balverlies (tegenstander heeft de bal). Bij de hoofdprincipes horen enkele subprincipes die gedetailleerder zijn.
Een kort voorbeeld in balbezit:
- Als hoofdprincipe hebben we: een elftal in beweging.
- Als subprincipe: we bewegen tov elkaar.
Dit houdt in dat we als team in bezit van de bal een elftal hebben waarbij iedereen in beweging is. Meer gedetailleerd vragen we dan bijvoorbeeld: als onze diepste spits de bal in de voet komt vragen, dan moet de dichtstbijzijnde middenvelder in de rug van de spits gaan bewegen.
Natuurlijk kan dit al vanuit de jeugdwerking vb 5 tegen 5 gaan starten. We leggen in de jeugdwerking niet alleen de accenten op ‘eenvoudige’ spelprincipes maar ook op basiszaken. Een speelster die de bal komt vragen, moet deze natuurlijk goed kunnen verwerken, en een speelster die die bal geeft, moet een goede pas kunnen geven.
Het doel van de spelprincipes is dus om de speelsters een ‘kapstok’ geven in elke situatie maar toch ook veel vrijheid/creativiteit te laten om dit uit te voeren. Een nieuwe manier van werken die op lange termijn ervoor zal moeten zorgen dat we als club een ‘eigenheid’ zullen creëren.